24 april 2007

Wisenten aangekomen in Kraansvlak

Biologen en natuurliefhebbers dromen al tientallen jaren van de terugkeer van wilde grazers, zoals wisenten, in Nederlandse natuurgebieden. Sinds begin 2004 wordt gewerkt aan de komst van wisenten als natuurlijke grazer in de duinen van het Kraansvlak. Na ruim 3 jaar van voorbereidingen is het dan eindelijk zover: vanochtend vroeg om 6 uur zijn drie wisenten gearriveerd in de duinen tussen Zandvoort en Bloemendaal.

Na een lange reis vanuit de natuurgebieden Białowieza in Oost-Polen en Pszczyna in Zuid-Polen zijn de dieren aangekomen in het Kraansvlak, onderdeel van Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Om 8 uur zijn 2 jonge wisentkoeien en één wisentstier losgelaten. De transportkisten gingen open en na een korte aarzeling liepen de dieren hun vrijheid tegemoet. Vanaf een duintop namen ze rustig hun nieuwe leefomgeving in zich op. Na een half uurtje verdwenen ze langzaam in de duinbosjes. Hier kunnen ze bijkomen van de vermoeiende reis en wennen aan hun nieuwe stek. Het is voor het eerst dat wisenten in Nederland in een natuurgebied worden losgelaten. Samenwerkingspartners PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, Stichting Kritisch Bosbeheer, Stichting Duinbehoud en ARK Natuurontwikkeling zijn dan ook erg blij met deze mijlpaal in de Nederlandse natuurbescherming. Later dit jaar komen er nog twee wisenten naar het gebied.

Stamboekwisenten

In overleg met het wisentstamboek in Polen is een groep van 5 laaglandwisenten samengesteld. De vrouwelijke dieren stammen uit de vrijlevende kudde wisenten rond het Poolse oerbos Białowieza en de stier komt uit het Zuid-Poolse Pszczyna waar al sinds 1865 ononderbroken een kleine kudde wisenten leeft. Aanvankelijk zou de hele groep in één keer naar Nederland komen. Een maand voor vertrek bleek één van de wisentkoeien echter hoogdrachtig. Om geen risico voor moeder en kalf te lopen, is hun verhuizing uitgesteld tot na de zomer. Het kalf is dan oud genoeg om de reis van circa 24 uur in een eigen krat te maken. Het andere dier had na de winter een mindere conditie. In overleg met de Poolse wisentbeheerders is besloten dat uitstel van transport voor haar verstandiger is, zodat ook dit dier in prima conditie de grote reis naar Nederland aanvaard.

Wetenschappelijk onderzoek
5 jaar lang wordt kennis en ervaring opgedaan met wisenten onder Nederlandse omstandigheden. De Rijksuniversiteit Groningen en Radboud Universiteit Nijmegen onderzoeken welke effecten wisenten op het duinlandschap en zijn bewoners hebben en wat hun natuurlijk voedselgebruik is. Aan deze kennis is een groot gebrek volgens onder andere het European Bison Species Action Plan van de IUCN. Daarnaast wordt bekeken hoe wisenten en publiek samengaan en hoe ze samenleven met andere grazers. De beheerder van het duingebied, PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, hoopt dat de dieren meehelpen de verbossing en vergrassing van de duinen tegen te gaan. Het Kraansvlak biedt ruimte aan 10 tot 15 wisenten. Hun nakomelingen zijn beschikbaar voor andere natuurgebieden. Zo helpt het project het overleven van deze laatste, nog levende, wilde Europese rundachtige. De losgelaten vrouwelijke dieren hebben halsbanden om met zenders voor wetenschappelijk onderzoek. Hierdoor is altijd bekend waar de wisenten zijn en wat ze doen; ook als ze zich in dicht struikgewas verborgen houden. Wisenten zijn wilde dieren die als het kan mensen ontlopen, maar gevaarlijk kunnen zijn als ze zich bedreigd of in het nauw gedreven voelen. Het Kraansvlak is daarom een ideaal gebied: de natuur heeft hier altijd al voorrang gehad en is daarom gesloten voor publiek.

Uitkijkpunt

Om de wisenten toch te kunnen zien is bij de drinkplek in het wisentleefgebied een uitkijkpunt gemaakt, dat op 25 april om 10 uur officieel geopend wordt. Daarna is iedereen van harte welkom tussen zonsopkomst en zonsondergang om vanaf dit uitkijkpunt de wisenten te bekijken. Klik hier voor de routekaart naar het uitkijkpunt. Er is ook een folder met meer informatie over het project. 

Bijlagen

Kaart en Wandelroute Kraansvlak

Foto's

Loslaten wisent. Foto: Leo Linnartz